Hemelvaartsdag met Gustav Mahler – hoe je bekende muziek opnieuw kunt onderzoeken


Het begon allemaal met een gedurfd idee van twee Zwitserse musici: ze wilden de symfonieën van Gustav Mahler, die wereldwijd worden uitgevoerd, aanvullen met speciaal gecreëerde werken in het kader van een meerjarig concertproject. Deze werken zouden als een soort ooropener voor het publiek dienen. De locatie: de traditionele universiteitsstad Jena in Oost-Duitsland, muzikaal gezien niet bepaald een hotspot op de kaart van Europese culturele centra.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
Een risico dus, niet in de laatste plaats vanuit artistiek oogpunt – wie zou immers serieus willen concurreren met zo'n beroemde componist, wiens symfonieën altijd zowel zeer intellectuele als ultieme vragen aankaarten? Maar dirigent Simon Gaudenz, algemeen muziekdirecteur van de Jena Philharmonic, en componist Andrea Lorenzo Scartazzini lieten zich niet afschrikken – gelukkig maar, want hun project was een succes dat nationale aandacht trok.
Een stem van het hedenDe twee inwoners van Bazel raakten bevriend door hun gedeelde bewondering voor Mahlers muziek. Toen Scartazzini zijn muziek voor het eerst hoorde, was het "liefde op het eerste gezicht", zegt hij, ondanks het feit dat hij voornamelijk was opgegroeid met Italiaans operarepertoire. De "intense emotionaliteit" van de Tweede symfonie betoverde hem meteen. Gaudenz, die Mahlers muziek voor het eerst leerde kennen als orkestmusicus, wijst ook op de "grenzeloze emotie" die elke uitvoerder ertoe aanzet "onvoorwaardelijk zijn ziel uit te storten".
Het is deze directheid en intensiteit die hem ook vandaag de dag nog inspireert wanneer hij zelf voor het orkest staat: "Wie met een orkest aan een Mahler-werk werkt, kan, ja moet, zonder schuldgevoel extremen nastreven. Alles wat de expressie verhoogt, versterkt deze muziek, en wat bij veel andere componisten als een overdreven grimas zou worden ervaren, is bij Mahler precies goed."
Toen Gaudenz een complete uitvoering van de Mahlersymfonieën plande, werd het hem al snel duidelijk dat hij het anders wilde aanpakken dan gebruikelijk. "We wilden iets creëren dat niet willekeurig was, maar iets dat bestond en zou blijven bestaan." Een pure Mahlercyclus leek hem weinig origineel, vooral omdat dit al lange tijd een geliefde speeltuin was van toonaangevende internationale orkesten. In plaats daarvan dacht Gaudenz meer experimenteel en zocht hij naar een spannende aanvulling op de bekende werken.
Het doel was om "de stem van het heden" in het project te brengen en "een brug naar het publiek te slaan met een hedendaagse componist". Gaudenz wilde een "actieve componist" naar Jena halen – hij vond die in Scartazzini en nam hem onmiddellijk aan als componist-in-residence voor een periode van zeven jaar. Deze opdracht omvatte de opdracht om stukken te componeren die naast Mahlers symfonieën tijdens concertuitvoeringen konden worden gebruikt.
Scartazzini's composities waren bedoeld om nauw verwant te zijn aan Mahler, maar ook om als zelfstandige werken te functioneren. Tijdens zijn zoektocht naar een aanpak, een "eigen stem" voor het project, realiseerde Scartazzini zich al snel dat hij Mahler niet rechtstreeks wilde citeren. In plaats daarvan creëerde hij "een soort dialoog": "Ik luisterde naar Mahler en reageerde met mijn muziek door de eeuwen heen."
Hoe uitdagend dit in eerste instantie ook mag lijken gezien de omvangrijke, veelal avondvullende hoofdwerken, Scartazzini vond het uiteindelijk "relatief gemakkelijk" om Mahler op deze manier als onafhankelijk componist te benaderen. Mahler "opent ruimte; zijn werk zit vol verwijzingen, biografische en literaire kruisverwijzingen", waardoor het veel toegankelijker en minder introvert is dan bijvoorbeeld het oeuvre van Bruckner. De compositorisch georiënteerde aanpak was "uitnodigend", aldus Scartazzini.
Rondedans van gezegende geestenScartazzini legt het proces uit aan de hand van het voorbeeld van de Derde symfonie, die hij inleidde met een stuk getiteld "Spiriti". In de Derde symfonie creëert Mahler "een kosmologisch panorama – van de levenloze natuur via flora, fauna, dieren en mensen, tot aan de engelen en de goddelijke liefde. Ik voelde de impuls om deze rondedans aan te vullen met een ironisch, delicaat scherzo over de geestenwereld." Dit creëert een speciaal effect in de uitvoering, zoals Simon Gaudenz uitlegt: "Omdat Scartazzini's muziek als op zijn tenen leek te lopen, was de daaropvolgende opening van de Derde symfonie ongelooflijk verwoestend, en de indruk van deze zwaarte en kracht was zelfs sterker dan wanneer we direct met Mahler waren begonnen."
In het geval van de Vierde symfonie koos Scartazzini een andere aanpak met de instrumentatie van zijn stuk. "Als reflectie op het laatste deel van de Vierde, een lied met orkestbegeleiding, schreef ik een vocale tegenhanger, 'Incantesimo'." Zo ontstond een tonale symmetrie, die op haar beurt de uitwerking van de Mahlersymfonie beïnvloedde.
Omgekeerd beïnvloedde Mahlers muziek ook zijn eigen muzikale taal. Vergeleken met zijn eerdere werken heeft hij in zijn gecomponeerde reacties op Mahler een "bewuste stap richting tonaliteit" gezet. Dit heeft geresulteerd in stukken die het stilistische en muzikale kader op fascinerende wijze verruimen, soms een spannend contrast vormend met Mahlers muziek, en soms er bijna mee versmeltend.
Dit komt het meest indrukwekkend tot uiting in Scartazzini's werk "Enigma", dat hij creëerde als een afsluitende reflectie op de Negende Symfonie. "Het stuk begint op het punt waar alles stilstaat in Mahlers laatste deel. Van daaruit gaat het pad verder met steeds toenemende, bijna ontlichaamde geluiden naar stilte, naar spiritualiteit. Het is een soort hemelvaart voor Mahler."
In tegenstelling tot de andere symfonieën werden deze etherische tonen voor het eerst aan het eind geplaatst, waarmee het grote project in Jena werd afgesloten. Tijdens het slotconcert werd het Adagio uit de postume 10e symfonie gevolgd door de eerste cyclische uitvoering van alle stukken van Scartazzini. "Mahler was nu het kleine broertje; verder was het altijd andersom", aldus Gaudenz. Het oorspronkelijke project is te horen op tien opnames gebaseerd op de concertante uitvoeringen.
nzz.ch