Na de grimmige asielprotesten afgelopen week, is de open azc-dag in Arnhem toch feestelijk: ‘Vandaag laten we zien dat we niets hebben om ons voor te schamen’
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2F27215352%2Fdata138025218-55b507.jpg&w=1920&q=100)
Valse harmonieën schallen over de buitenplaats: harmonieorkest Crescendo Elden-Arnhem stemt de instrumenten, voornamelijk blazers. Een kleuter lacht hard, bedekt haar oren en rent weg richting het springkussen, waar twee andere kinderen heen en weer sjezen. Als de stemronde voorbij is, steekt tiener Eddy twee duimen in de lucht. Het muzikale ensemble gaat van start.
Het optreden van het orkest – Afrikaanse , Arabische en Nederlandse liedjes – is in een opvanglocatie voor asielzoekers in Arnhem, ter gelegenheid van de jaarlijkse open dagen van asielzoekerscentra. Die zijn bedoeld om omwonenden kennis te laten maken met de bewoners van de centra en een indruk te krijgen van het leven daar.
Een feestelijke dag vaak, helemaal voor de kinderen voor wie het de nodige afleiding kan betekenen. Eddy is een van de twee bewoners die meespeelt in het orkest. Ook de kinderen mogen even, door met drumstokjes op krukjes te trommelen. Wat volgt is een compositie van geroffel, gekir en gekraai.
VerpieterenDit jaar was de sfeer rondom de open dagen minder feestelijk – eerder grimmig. Vorige week liep een extreemrechtse demonstratie tegen het asielbeleid in Den Haag uit op gewelddadige en racistische rellen. De dagen erna volgden andere incidenten bij azc’s van tegenstanders, zoals een koranverbranding bij een azc in Hoofddorp en een gewelddadige betoging in Doetinchem. Uit voorzorg deden verschillende locaties op het laatste moment niet mee met de open dagen. De locaties die wel de deuren openden, schroefden de beveiliging op.
Waar asielzoekerscentra vaak op weerstand van omwonenden stuiten en bewoners van de centra op vijandigheid, is in Arnhem geen sprake van protest. De nadruk van de gemeente Arnhem ligt volgens locatiemanager Ilonka Scholten op begeleiding en participatie. „Door lessen en activiteiten met buurtbewoners te organiseren, helpen we onze bewoners aan een goede start in Nederland. Dat werkt veel beter dan mensen laten verpieteren.”


Dat zegt ook de 29-jarige Palestijnse Hebah (uit veiligheidsoverwegingen zonder achternaam, wel bij de redactie bekend), die tot vorige week op deze locatie woonde. Zij woonde de afgelopen vijf jaar op zes verschillende opvanglocaties. Arnhem was veruit de fijnste, zegt ze. „Er wordt veel georganiseerd, ’s nachts is er altijd iemand aanwezig voor als er iets aan de hand is en de locatie is ín de stad, zodat we daar onderdeel van kunnen worden.”
Een van de lessen die hier gegeven worden, is yogales, vertelt Hebah. „Dat is misschien wel de belangrijkste, want er is hier veel stress.” Vooral het wachten op een werkvergunning maakt soms moedeloos, zegt ze: „We hebben zoveel te bieden maar zitten hier weg te kwijnen, omdat we niet mogen werken.”
Zelf is ze opgeleid als zorgmedewerker, het liefst zou ze dat beroep ook hier uitvoeren nu ze sinds kort een werkvergunning heeft. Maar daarvoor zou ze hier de opleiding moeten afronden en stage moeten lopen, wat lastig is vanwege de taalbarrière. Ze denkt eraan zich om te scholen in de cybersecurity. „Liever werk ik in de zorg en daar zijn in Nederland hard mensen nodig, maar het zorgsysteem is minder toegankelijk.”
Hebah woonde met twee jaar het langst in Arnhem. Hier wonen mensen in afwachting van een verblijfsvergunning, Hebah heeft die recent gekregen. Daarom woont ze nu in een azc in Vennep. „Ik mis het hier ontzettend, hier is het echt anders.”
Maar óók in Arnhem was het soms zwaar. Tijdens een rondleiding laat ze een van de kamers zien: een kleine, kale, vierkante ruimte met vier bedden dicht op elkaar. „De kamers zijn eigenlijk te klein voor vier personen. Zelfs met familie of je beste vrienden komt er onvermijdelijk ruzie als je zo dicht op elkaar zit. Laat staan met vreemden.” Zelf zat ze op de kamer met een roker, die vooral in de winter graag binnen rookte. Hebah heeft astma.
Nederlands lerenEr zijn ook twee klaslokalen: één voor volwassenen en één voor kinderen. Het lokaal voor volwassenen zit doorgaans vol verschillende mensen, zegt Hebah: „Ouderen, jongeren, geleerden, analfabeten: allemaal beginnen we met het Nederlands op nul.” Sommigen kennen het Latijnse schrift al, anderen moeten dat nog leren, zoals Hebah destijds. „Hier kreeg ik een ABC-boek. Dat wilde ik zo graag eerder hebben. Dit schrift is zó moeilijk voor ons.”
In het klaslokaaltje voor kinderen, de basisschool, draait het vooral om handpop Rex. Die beleeft „allemaal avonturen”, zegt één van de juffen, en vertelt daar iedere dag met 25 nieuwe Nederlandse woorden over. Best een hoop. „We willen de kinderen zo snel mogelijk aan de taal laten wennen”, zegt de juf.
Bezoeker Kitty Rodriguez werkt in de kinderopvang om de hoek, waar ook kinderen uit het azc naartoe gaan. „Ik hoop vandaag iets meer van hun wereld te leren kennen.” Andere bezoekers wonen in de buurt, en willen deze middag hun buren beter leren kennen. Een jong stel informeert naar de gezamenlijke buurtactiviteiten.
Ondanks een betrokken buurt, heeft het negatieve sentiment in de samenleving ook hier impact, volgens locatiemanager Scholten. „We stellen elkaar als medewerkers weleens de vraag: durf jij nog te zeggen dat je voor het COA werkt? Met een dag als deze laten we zien dat we niets hebben om ons voor te schamen.”
Ook medewerker Karin Heinstra maakte zich zorgen, vooral na de rellen in Den Haag. „Het is vanochtend wel een paar keer door mijn hoofd geschoten. Wat als?” Maar deze zaterdag blijft haat in Arnhem buiten de deur. Een oudere bewoner serveert ash, een Perzische soep. Een ander draait de volumeknop van de versterkers omhoog. Tijd om te dansen.
NIEUW: Geef dit artikel cadeau Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
nrc.nl