Publieke omroepen vrezen wegens de bezuinigingen voor hun toekomst. Hierdoor kiezen ze meer voor eigen producties
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fimages%2Fgn4%2Fstripped%2Fdata128538499-e232e5.jpg&w=1920&q=100)
Joop van den Ende sloeg vorige week alarm. In een paginagrote advertentie in diverse kranten waarschuwde de tv-producent tegen de macht van Amerikaanse techbedrijven zoals Meta, Amazon, en X van Elon Musk. Volgens hem doet de Nederlandse politiek te weinig om de Nederlandse mediasector te beschermen. Hij noemde de komende bezuinigingen van ruim 160 miljoen euro op de publieke omroep en de voorgenomen fusie tussen de commerciële omroep RTL en de krantenuitgever DPG. Die bezuiniging moet van tafel, en die fusie moet doorgaan, vindt Van den Ende.
De advertentie weerspiegelt de grote zorgen die leven onder de pakweg zestig commerciële productiebedrijven die tv-programma’s maken voor de omroepen – de zogenoemde buitenproducenten. Zij vrezen kind van de rekening te worden bij de komende bezuinigingsronde. De publieke omroepen moeten voor 1 april een lijst inleveren met programma’s die moeten verdwijnen. En productiebedrijven vermoeden dat dit vooral programma’s zullen zijn die de omroepen niet zelf maken. Irene van den Brekel van Human Factor TV: „De producenten staat enorm onder druk. De publieke omroepen moeten drastisch bezuinigen én ze moeten veel freelancers in vaste dienst nemen, dus de angst is dat ze de bezuinigingen op de buitenproducenten gaan afwentelen.”
Sommigen merken al dat omroepen terughoudender zijn in het bestellen van nieuwe programma’s: „Sinds een maand of twee staat alles on hold omdat niemand weet wat er gaat gebeuren”, zegt Iris Lammertsma, eigenaar van productiebedrijf Witfilm (Hokwerda’s Kind, Dance or Die) en voorzitter van de NAPA, een belangenclub van audiovisuele producenten. „Veel buitenproducenten hebben het altijd al moeilijk gehad, maar nu nemen de omroepen echt weinig tot geen nieuwe projecten meer aan. Dit komt bovenop de bredere trend dat producenten voor meer artistieke documentaires en speelfilms bijna niet meer bij de omroepen terecht kunnen. Er is steeds minder ruimte voor kunst en meer artistieke projecten.”
Heel Holland BaktWie is de Mol, Heel Holland Bakt, Even tot hier: volgens belangenclub de Vereniging van Nederlandse Content Producenten (NCP) worden de populairste tv-programma’s in Hilversum gemaakt door externe productiebedrijven. Sinds de opkomst van de commerciële zenders eind jaren tachtig is het gebruikelijk dat omroepen veel programma’s niet zelf maken, maar dit uitbesteden. Joop van den Ende was in de jaren zeventig de eerste buitenproducent. Hij is nu op de achtergrond aanwezig in het bedrijf van zijn dochter, Medialane (Even tot hier, Eva). John de Mol en Joop van den Ende zijn de bekendste buitenproducenten. Samen schiepen de twee het internationale productiebedrijf Endemol, bekend van onder andere Big Brother.
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128535380-51ddcc.jpg|https://images.nrc.nl/DXIodFnZJgugxL8Mt5xcwCx2F8Y=/1920x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128535380-51ddcc.jpg|https://images.nrc.nl/AGNl4nYT6_no16Eg8X9vWEAScm4=/5760x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128535380-51ddcc.jpg)
„Het zou onverstandig zijn om de rekening bij de producenten neer te leggen, want die zijn een belangrijke creatieve pijler onder het bestel”, zegt Nelsje Musch-Elzinga, directeur van de NCP. Volgens de NPO, het centrale bestuur van de publieke omroep, wordt maar liefst 40 procent van het programmabudget van de publieke omroep door buitenproducenten gemaakt. Zijzelf schatten dat nog hoger. Musch-Elzinga: „In 2023 ontvingen buitenproducenten maar een kwart van het totale programmabudget van de NPO, terwijl ze daarvoor 60 tot 80 procent marktaandeel leverden. Acht van de tien best bekeken programma’s werden door buitenproducenten gemaakt – los van nieuws, sport en evenementen.”
De productiebedrijven vinden dat er sprake is van een ongelijk speelveld tussen henzelf en de omroepen omdat ze in feite met hun opdrachtgevers concurreren. Die maken immers zelf ook programma’s. „Dit maakt de situatie voor producenten erg complex”, zegt Musch-Elzinga. „En het ongelijke speelveld wordt versterkt doordat de omroepen wegens de bezuinigingen vrezen voor hun toekomst. Hierdoor kiezen ze meer en meer voor eigen producties. Ik hoor van alle producenten dat de deur van omroepen vaker dicht is wat betreft nieuwe programma’s.”
Lees ook
Publieke omroepen gaan voor 2026 al ruim 20 miljoen euro bezuinigen/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127707398-a5db80.jpg)
Volgens Musch-Elzinga zullen alle producenten in meer of mindere mate door de bezuinigingen worden geraakt, zowel kleine producenten als Human Factor (Lubach, Plakshot) als grote spelers zoals Endemol Shine (All You Need is Love, Miljoenenjacht). „Het voeren van een gezonde bedrijfsvoering wordt op deze manier erg lastig en in sommige gevallen wellicht zelfs onmogelijk”, zegt Musch-Elzinga. „Ik ken geen bedrijven bij wie het water al aan de lippen staat. Maar het zou me niks verbazen dat als de bezuinigingen worden doorgezet, sommige producenten het erg moeilijk gaan krijgen.”
Wat bijdraagt aan de nijpende situatie van kleine producenten is dat het NPO-fonds, waarmee de publieke omroep fictie, documentaires en talentontwikkeling stimuleert, anders is ingericht, waardoor grofweg nog maar de helft van het aantal documentaires gefinancierd kan worden. „Er werden ongeveer vierentwintig documentaires per jaar gefinancierd door het fonds, en dat zijn er nu nog maar twaalf”, vertelt Lammertsma. „Want de productiekosten zijn hoger geworden door inflatie en andere factoren, terwijl het totale budget van het fonds hetzelfde is gebleven. Dus ze kunnen met hetzelfde geld gewoon minder films financieren. En dat heeft grote invloed op de kleinere documentaireproducenten, die afhankelijk zijn van het fonds.”
Waarom maken omroepen niet zelf hun programma’s? „Buitenproducenten zijn creatiever, efficiënter en flexibeler”, zegt Musch-Elzinga van NCP. „Dit is de kern van wie en wat ze zijn.” Vincent ter Voert van Vincent TV (Chateau Meiland, Mr. Frank Visser, Vriendenloterij Miljonairs) wijst erop dat buitenproducenten vaak een specialisatie hebben die de omroepen niet hebben. In zijn geval is dat reality: „Producenten komen met ideeën die omroepen niet hebben. Bij reality moet je veel tijd en aandacht investeren in het casten en onderhouden van talenten. Dit kan een omroep niet altijd zelf.”
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128535384-66a52c.jpg|https://images.nrc.nl/6JZHNpZuG7qFMRgBzc6R-kD805Q=/1920x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128535384-66a52c.jpg|https://images.nrc.nl/SUjnp30FAv2hRpyXzpeKikAMKxo=/5760x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128535384-66a52c.jpg)
Los van deze beweegredenen zijn omroepen ook wettelijk verplicht om minstens een kwart van hun programma’s bij productiebedrijven te bestellen. Zo wil de regering „het creatieve, diverse en innovatieve potentieel van deze sector” beter benutten. Daar is vorig jaar een wet bijgekomen die streamingdiensten als Netflix verplicht om 5 procent van hun omzet in Nederlandse producten te steken. Daarmee zouden de buitenproducenten 45 miljoen euro meer omzet moeten krijgen.
Hier staat een rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2019 tegenover. Daarin staat dat programma’s van buitenproducenten duurder zijn dan wat de omroepen zelf maken – iets wat zij zelf fel bestrijden. Wat buitenproducenten werkelijk kosten, houden ze liever voor zichzelf, zo bleek uit een artikel in Vrij Nederland uit 2022. Dat doen ze mede omdat de omroepen ook hun concurrenten zijn. Uitgaande van de 40 procent van het NPO-programmabudget zou er 330 miljoen euro per jaar naar de buitenproducenten gaan – alleen van de publieke omroep. Argumenten tegen die financiële geheimhouding zijn dat het om publiek geld gaat, waarvan je de correcte besteding moet kunnen controleren, en dat bijvoorbeeld ster-presentatoren zich aan controle op hun salaris kunnen onttrekken door zich via buitenproducenten te laten uitbetalen – de zogenoemde U-bochtconstructie.
Bij deze wettelijke regelingen om de Nederlandse audiovisuele sector te ondersteunen, zoals de verplichte 5 procent Nederlandse producties op Netflix, moet worden aangetekend dat de grote Nederlandse productiebedrijven na diverse fusies veelal in buitenlandse handen zijn. Tim Vloothuis van Every Media (Anne Frank Video Diary, Het verhaal van Floor): „In zo’n competitieve markt is consolidatie logisch.” Zo is het Franse Banijay eigenaar van onder meer Endemol Shine en NL Film (Penoza, Costa). Het Britse Fremantle heeft Blue Circle (Heel Holland Bakt, B&B Vol Liefde). Daarnaast heb je de Britse ITV Studios (Oogappels) en het Amerikaanse Warner Bros ITVP (First Dates).
Musch-Elzinga van de NCP betreurt het dat er door de bezuinigingen meer frictie dreigt te ontstaan tussen omroepen en buitenproducenten: „We moeten het toch samen doen.”
nrc.nl