Wat als school niet langer menselijk is?

Het was in een bescheiden klaslokaal op de KTCT Higher Secondary School in Zuid-India dat in maart vorig jaar een lerares genaamd Iris geschiedenis schreef: niet omdat ze briljant was – hoewel ze dat wel was – maar omdat ze van metaal en algoritmes was gemaakt. Ze droeg een sari en sprak vastberaden. Ze was een robot. Maar ze noemden haar een lerares.
Iris geeft les. Ze spreekt drie talen. Ze beweegt zich voort op wielen, beantwoordt vragen, past de inhoud aan, herkent aandachtspatronen en reageert met simpele gebaren. Ze heeft een oneindig geheugen, geprogrammeerd geduld en een mechanische twinkeling in haar ogen. Maar wanneer we hierover leren, is het misschien niet de technologische prestatie die de meeste indruk op ons maakt, maar eerder de waarschuwing die erin besloten ligt: we zijn getuige van de grootste en snelste onderwijssprong in de geschiedenis.
Tot een paar decennia geleden was hoger onderwijs een voorrecht. Volgens UNESCO zijn er nu wereldwijd meer dan 250 miljoen studenten ingeschreven in het hoger onderwijs. Tegen 2040 zullen dat er zo'n 500 miljoen zijn. Een veelheid aan toekomsten die op zoek zijn naar iemand die hen kan begeleiden.
Lesgeven is altijd meer geweest dan een technische handeling; het is een pact van continuïteit. De missie is ervoor te zorgen dat kennis niet verloren gaat – dat het degenen die na hen komen voorbereidt. Het is dit pact dat de mensheid in staat heeft gesteld zich te ontwikkelen.
Maar wie wacht er op hen? Wie luistert naar hen, begeleidt hen en daagt hen echt uit? Er is een tekort aan leraren. En waar een tekort aan mensen is, ontwikkelen machines zich.
In China maakt de Farmaceutische Universiteit al gebruik van AI-gestuurde camera's die veel meer kunnen dan alleen aanwezigheid registreren. Ze monitoren gezichtsuitdrukkingen, volgen oogbewegingen, meten de aandacht, detecteren afleidingen zoals het gebruik van mobiele telefoons of slaperigheid – en genereren realtime data over het gedrag van studenten. Dit systeem, ontwikkeld door Megvii Technology Limited, roept een verontrustende vraag op: is dit het nieuwe gezicht van onderwijsautoriteit?
In India is het Iris die de les geeft. En ze is niet de enige. Sinds 2024 zijn er in verschillende landen robots en systemen verschenen. In Hongkong geven digitale avatars les aan postdoctorale studenten. In Zweden geeft de Furhat-robot les met stem- en gezichtsuitdrukkingen. In Zuid-Korea ondersteunt de GPTeens-chatbot tieners met schoolvakken. In de VAE geeft de NAO-robot les in wetenschap. En in Australië arriveren hologrammen van leraren op afgelegen scholen. De kloof tussen mens en automatisering wordt elke dag kleiner.
Sommige mensen noemen het innovatie. En misschien is dat ook zo. Maar de vraag is niet of robots les zullen geven. De vraag is of we met robots nog steeds zullen leren wat ertoe doet. En vooral, wie zal bepalen wat er te leren valt?
Want iemand opleiden is nooit alleen maar kennisoverdracht geweest. Het is een menselijk gebaar. Gemaakt van aarzelingen, intuïties, connecties. Onvolmaakt, maar onvervangbaar.
Ja, de wereld zal nieuwe vaardigheden eisen. Ja, miljoenen zullen opnieuw moeten leren. Maar een school zonder menselijkheid onderwijst niet – die verwerkt alleen.
Iris is misschien nog maar het begin. Een reflectie. Deze week werd in China 's werelds eerste ziekenhuis aangekondigd dat volledig door kunstmatige intelligentie wordt beheerd – artsen, verpleegkundigen, diagnostiek, allemaal geautomatiseerd. Als zelfs de zorg het zonder de zorgverlener kan stellen, welke ruimte blijft er dan over voor scholen om nog langer te bestaan uit aanwezigheid en verbinding? Het is aan ons om te beslissen of deze technologieën bondgenoten zullen zijn – of de spiegel van een wereld die, uitgeput door de zorg, er de voorkeur aan gaf te automatiseren.
observador