Spieropbouw kan wijzen op risico op chronische rugpijn

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is lage rugpijn – ook wel lumbago genoemd – wereldwijd de belangrijkste oorzaak van invaliditeit. In 2020 leden 619 miljoen mensen aan deze aandoening, aldus de WHO. Dit aantal is een stijging van 60% ten opzichte van 1990 en zal naar verwachting blijven groeien: naar verwachting zullen er in 2050 843 miljoen mensen aan deze aandoening lijden.
In een studie, gepubliceerd in juli in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Regional Health – Europe , probeerden Duitse onderzoekers mogelijke beïnvloedbare risicofactoren voor dit probleem te identificeren. Daarom besloten ze het verband tussen de samenstelling van de lichaamsspieren en dit type pijn te onderzoeken.
De analyse, waaraan meer dan 30.000 deelnemers van 19 tot 74 jaar deelnamen, maakte gebruik van full-body MRI-scans met kunstmatige intelligentie om de spiersamenstelling in kaart te brengen. De wetenschappers keken ook naar factoren die de lichaamssamenstelling beïnvloeden, zoals leeftijd, geslacht, fysieke activiteit en de aanwezigheid van comorbiditeit, osteoporose en een hoog cholesterolgehalte.
Aan het einde van het onderzoek concludeerden ze dat een hoger vetgehalte tussen de spieren van de thoracale en lumbale regio verband houdt met een grotere kans op chronische lage rugpijn. Aan de andere kant hebben mensen met meer spiermassa in dit deel van het lichaam minder kans op deze aandoening.
Voor orthopedisch chirurg Fernando Jorge, lid van de American Society for Regenerative Medicine (ASRM) en de American Board of Regenerative Medicine, biedt de studie veelbelovende inzichten in de behandeling van deze slopende pijn. "Het suggereert sterk dat beïnvloedbare risicofactoren, zoals spiersamenstelling, doelwit kunnen zijn voor preventie en behandeling", stelt hij.
Maar het onderzoek ging bijvoorbeeld niet in op het effect van gewichtsverlies op het aandeel intermusculair vet. Verdere analyses zijn nodig om te begrijpen wat tot deze aandoening leidt. "Enkele belangrijke factoren met betrekking tot chronische lage rugpijn zouden in toekomstig onderzoek moeten worden meegenomen, zoals psychologische, nutritionele en beroepsmatige factoren", suggereert orthopedist Luciano Miller van het Einstein Hospital Israelita. "Maar desalniettemin is dit een onderzoek van cruciaal belang om de factoren te begrijpen die verband houden met een dergelijke veelvoorkomende ziekte."
Volgens Miller, die tevens hoogleraar is aan de ABC School of Medicine in São Paulo, wordt de verhouding vetweefsel in de spieren van de dorsolumbaalregio beïnvloed door factoren als een sedentaire levensstijl, veroudering, voeding, obesitas, insulineresistentie, hormonale en ontstekingsproblemen, maar ook de eigen genen van het individu.
Er zijn aanwijzingen dat revalidatieprogramma's met krachttraining, voedingscontrole en gewichtsverlies kunnen helpen bij het verminderen van intermusculair vet. "De effecten zijn echter bescheiden en traag, en hangen af van de intensiteit, regelmaat en individualisering van de trainingen", waarschuwt de Einstein-arts.
Bron: Einstein Agency
Het bericht Spieropbouw kan wijzen op risico op chronische rugpijn verscheen het eerst op Agência Einstein .
IstoÉ