Frankfurter Buchmesse | Een groot succes in een klein jasje: de nieuwe Pynchon
Er is nauwelijks een boek dat dit najaar zo reikhalzend is uitgekeken naar Thomas Pynchons nieuwe roman, "Bleeding Edge". Dit komt niet alleen door de raadselachtige aard van de auteur, de cultstatus van zijn boeken en de literair-historische betekenis van zijn werk. Het roept veeleer de vraag op: wat heeft een van de belangrijkste Amerikaanse auteurs van onze tijd, die in zijn laatste roman, "Bleeding Edge" (2013), nadrukkelijk waarschuwde voor autoritarisme en fascisme in Amerika, te zeggen over onze huidige tijd?
Helaas, of misschien wel gelukkig, ontbreekt zo'n heldere, al te simpele boodschap in deze 400 pagina's boeiend proza, vol met talloze personages, talloze overlappende verhaallijnen en subplots. Er zijn criminele machinaties te bewonderen, revolutionaire hoop en samenzweringen die hele continenten bestrijken. Verrijkt met historische mythen, een vleugje magie, jazz en klezmermuziek, en toegewijd gedanste Lindy Hop. Deze roman speelt zich immers af – en dit kan zeker als een simpele en verontrustende boodschap worden gelezen – in 1932, aan de vooravond van Hitlers historische fascisme.
De hoofdplot is, zoals altijd, snel verteld. Een privédetective genaamd Hicks MacTaggart uit Milwaukee, die vroeger voor industriële bazen werkte en stakers in elkaar sloeg, maar inmiddels is hervormd, krijgt de taak om de jonge Daphne Airmont, erfgename van een kaasimperium in Wisconsin, terug naar huis te brengen nadat ze ervandoor is gegaan met Hop Wingdale, een klarinetspelende muzikant uit een klezmerband. Van Milwaukee gaat het verhaal naar New York, waar Hicks uiteindelijk het bewustzijn verliest en op een stoomboot naar Europa belandt, waar Daphne ook met de klezmopolieten is gevlucht. De zaken worden ingewikkelder wanneer het aankomt op de vraag waarom Hicks is aangenomen en zijn geboorteplaats heeft verlaten.
Ten eerste zit de FBI achter hem aan en wil hem rekruteren om nazi's op te sporen, waarvan er nogal wat zijn in Milwaukee, een stad gedomineerd door Duitse immigranten en Hitler-aanbidders. Sommige gangsters beschuldigen hem van de bomaanslag op een vrachtwagen vol smokkeldrank (we zitten niet alleen midden in de Grote Depressie, maar ook aan het einde van de Drooglegging). Bovendien had de jonge rechercheur Hicks jaren geleden een kortstondige affaire met de kaaserfgename, toen hij haar op een nacht in een speedboot over Lake Michigan reed nadat ze uit een psychiatrische inrichting was ontsnapt en naar een inheems reservaat was gebracht.
De negen romans van Thomas Pynchon kunnen grofweg in twee categorieën worden verdeeld. Ten eerste zijn er de grote werken zoals "V", "The Ends of the Parabola", "Mason and Dixon", "Against the Day" en "Bleeding Edge": omvangrijke boeken die worden beschouwd als mijlpalen in de postmoderne literatuur.
Hierin behandelt hij de grote thema's van onze tijd en giet ze in wereldverklarende verhalen die echter altijd tot in het oneindige verbrokkelen in de chaos van hun secundaire plots, en juist daarin hun eigen unieke genialiteit ontwikkelen. Ze behandelen niets minder dan kapitalisme, fascisme, kolonialisme, de geschiedenis van de wetenschap, fetisjisme en raketten, de doodswens en technologische verandering, maar ook 9/11 en anarchistisch verzet.
Deze grote werken contrasteren met kleinere, meestal kortere romans, zoals "The Auction of No. 49", de Californische detective "Inherent Vice" of de hippieroman "Vineland", die als inspiratie diende voor de onlangs uitgebrachte film "One Battle After Another". Regisseur Paul Thomas Anderson had "Inherent Vice" al verfilmd. Pynchons fans moesten na "The Ends of the Parable" maar liefst 17 jaar wachten op "Vineland". Velen waren teleurgesteld; David Foster Wallace klaagde in een brief aan Jonathan Franzen: "Ik heb sterk het gevoel dat hij 20 jaar lang wiet heeft gerookt en televisie heeft gekeken."
Waar past "The Shadow" in het plaatje? Met 400 pagina's is het boek meer een korte roman, dus fans in blogs en forums hebben gespeculeerd dat de grote doorbraak nog moet komen. Maar dat is niet bepaald waarschijnlijk voor een auteur die inmiddels 88 jaar oud is. En qua thema en motief is "The Shadow" een boek dat niet alle, maar wel vele, belangrijke thema's uit Pynchons fictie combineert en transformeert tot een razendsnel literair onderwerp. Hicks achtervolgt Daphne door heel Europa. De reis voert hen van Wenen via Boedapest naar Transsylvanië en de Adriatische kust van Kroatië. De Pynchoneske personages, elk met hun eigen unieke naam, bewegen zich door het landschap in onderzeeërs, gyrocopters (kleine minihelikopters), zeppelins en motoren.
Tijdens een "Trans Trianon 2000"-tournee razen honderden motorrijders door Oost-Europa. De geheime diensten zijn altijd ter plaatse: de Britten, de Duitsers en de Oostenrijks-Hongaarse; maffiosi racen door dit Europa aan de vooravond van het fascisme, dat zich overal laat voelen in de vorm van dronken SA-handlangers tot Hongaarse fascisten en Transsylvanische antisemieten. Midden in de strijd zit Hicks, die Klezmopolitan-concerten bezoekt. Daphne is op haar beurt op zoek naar haar geliefde. Haar ondergrondse vader, Bruno Airmont, bijgenaamd de "Al Capone van de Kaas", zwerft ook door Europa.
Net als in zijn grote romans vult Pynchon de slechts 400 pagina's van dit stripachtige literaire universum tot de nok toe met eigenzinnige personages. Ace Lomax rijdt op een Harley door de Hongaarse bossen op een geheime missie voor het Airmont-kaasimperium, Zoltan von Kiss laat dingen verdwijnen en plotseling weer verschijnen, Stuffy Keegan bestuurt een Oostenrijks-Hongaarse onderzeeër door Lake Michigan, en later door de Adriatische Zee, en zelfs een golem dwaalt door deze roman vol muziek, dans en melodieën met eigenzinnige teksten.
Hicks krijgt te maken met talloze agenten en samenzweerders en onderhandelt uiteindelijk met Daphne, die er zelfs mee instemt terug te keren naar Amerika, maar niet van plan is het kaasimperium zomaar over te nemen. Onderweg bespreken ze de markt voor namaakkaas en de onderdrukking van melkveehouders.
Steeds weer verliest dit proza zich of belandt het in uitdijende beschrijvingen van het Europa van begin jaren dertig als een psychedelisch panopticum. "Afvallige nonnen in burgerkleding spelen twostep met bommengooiende marxistische guerrillastrijders. Waaghalzen onder de fascistische piloten spelen poker met veteranen van de Yangtze Patrol die geloven dat vliegtuigen alleen goed zijn om neergeschoten te worden. Wagneriaanse sopranen leren de hillbilly-akkoorden van Wabash Cannonball. Piraten raken dronken met verkopers van maritieme verzekeringen."
Deze Pynchoneske wereld, die in zijn tocht door Centraal-Europa sterk doet denken aan Tyrone Slothrops lange reis door de naoorlogse zone in "The Ends of the Parable", culmineert uiteindelijk in Hicks' ballingschap in Europa. Het wordt nogal terloops vermeld dat president Roosevelt werd afgezet door generaal McArthur en een handvol miljonairs. Een militaire staatsgreep in de VS? Waar subplots beginnen en de hoofdplot eindigt, is nog nooit zo onduidelijk geweest als in deze razendsnelle roman.
Helemaal aan het eind volgt een reis naar het westen, naar Californië, een reis die volledig ontsnappingswaardig is, maar wel zo ver mogelijk weg van het fascisme, dat in dit boek op een indirecte manier doordringt in bijna alles.
Thomas Pynchon: Schaduwnummer. Advertentie. Amerikaans Engels tegen Nikolaus Stingl en Dirk van Gunsteren. Rowohlt, 400 p., hardcover, € 26.
nd-aktuell