Arme Mozart. Iedereen doet het, maar heel slecht.

7 november 2025
Rechters
Het La Scala-seizoen, dat knallend van start ging met La Forza del Destino, sluit in mineur af met Mozarts Così fan tutte. Een meesterwerk van topklasse, maar ongelooflijk moeilijk op de planken te brengen: iedereen hoopte op Robert Carsen, die zich als de grote regisseur bewees die hij altijd al was, maar minder overtuigend bleek dan ooit. Carsen transformeert het Verlichtingsidee (de Verlichting verschilt sterk van de Romantiek, die Mozart in feite nooit heeft begrepen) van een leer over de betekenis van liefde, meer gebaseerd op de Rede, die blijvend is, dan op de Passie, die altijd vluchtig en vaak misleidend is, tot een reality-tv-show. Een geweldige vertoning van glitter en glamour, een vertoning van opperste technische virtuositeit in een zeer zelfreferentiële, nogal vleiende en uiteindelijk – zullen we het vreselijke woord gebruiken? – banale regie, verergerd door de grove minachting voor de problemen die de onfortuinlijke akoestiek van een podium met de toneeltoren als schoorsteen voor de stemmen oplevert. Als een toneelopstelling op een draaiend podium al vereist dat deze aanzienlijk naar achteren is gericht, zorgt het minutenlang achterin en bovenin plaatsen van iedereen er simpelweg voor dat de zang verdwijnt. Zo bestond de cast , die toch al extreem zwak was (typisch voor de vorige superintendent, die in vijf jaar tijd twee van de drie opdrachten niet haalde), uit ectoplasma's. Sandrine Piau was verschrikkelijk, een mug in haar jeugd, laat staan nu en in deze toestand, met haar Ostrogotische dictie; Gerald Finley is een groot kunstenaar, maar als de stem weg is, is pensioen soms een must. Giovanni Sala had zijn ernstige technische tekortkomingen al ruimschoots bewezen en hem werd een uitdagende rol als Ferrando toevertrouwd. Fiordiligi (Elsa Dreisig) en Dorabella (Nina Van Essen) waren iets beter, maar nog steeds met stemmen en frasering die een derde cast waardig waren. Luca Micheletti deed het veel beter in Mozart dan in Verdi, maar alleen dankzij de wet van de monocle in terra caecorum. Alexander Soddy, een relatief jonge maar uiterst begaafde dirigent, speelde goed, maar minder dan verwacht: vlotte tempo's, oog voor detail, extreem zuivere orkestratie, maar... Zullen we dat vreselijke woord ook maar voor hem gebruiken? Een beetje oppervlakkig voor Mozart, en dan nog wel deze Mozart.
© Reproductie voorbehouden
Il Giorno




