Regisseur Óliver Laxe maakt 'extreme' films op zoek naar introspectie

© Lusa
"De film ['Sirat'] is droog, dor en sober. Voor mij gaat het er niet zozeer om of hij vrolijk of optimistisch is, maar of we de kijker aan het denken kunnen zetten", aldus de 43-jarige regisseur in een interview met Lusa.
In Cinema Trindade in Porto, waar hij enkele fragmenten van de film presenteerde die door de jury in de officiële sectie van het filmfestival van Cannes werd bekroond, ging Laxe uitgebreid in op het creatieve proces dat hem tot het creëren van 'extreme' werken brengt.
'Sirat', het vervolg op de met een Cannes Award bekroonde 'What Burns' (2019), volgt het verhaal van een vader en zoon die op zoek gaan naar hun dochter en zus, Mar, die verdwenen is in een deel van de Marokkaanse woestijn waar elektronische muziekraves welig tieren.
Onder deze soundtrack plaatst Laxe beelden die de droogte van het verhaal zelf benadrukken, een reis die volgens hem lijkt op epische verhalen, zoals het Gilgamesj-epos of de reizen van Koning Arthur op zoek naar de Heilige Graal.
Op dit woestijnfeest botst het dystopische idee van het einde van de wereld met een 'hard' verhaal dat, aldus de in Parijs geboren Spanjaard, de kijkers dichter bij 'zichzelf' wil brengen.
"Het is een subtiele manier, het epos, om het metafysische te vervangen. Het epische avontuur, de 'western', het genre, is mijn manier om op een subtiele manier een bepaald publiek te bereiken, binnen het externe epos in plaats van het interne. [...] Ik wilde dat de kijker naar binnen keek. Ik wist dat ik een moeilijke film maakte. Mijn bedoeling was om de kijker te boeien. Maar ik wist niet dat ik de boel zo zou opschudden, zo diep zou gaan," legt hij uit.
Met deze intentie had hij niet "de wens om iemand te laten lijden", vooral niet omdat het voor hem moeilijk was om "de moeilijkste scènes van de film te schrijven en te monteren". Hij besloot dit pad te 'forceren' om een "zeer thanatofobe samenleving" af te beelden en te bekritiseren, dat wil zeggen een samenleving met een extreme angst voor de dood.
"We ontsnappen aan de dood, pijn en angst. We zijn banger. Voor mij is het belangrijk om de dood onder ogen te zien en erover te mediteren. [...] Mijn levensvraag is: 'Zal ik waardig sterven?' En de personages in deze film, sterven ze waardig? Ik zou zeggen: ja. In de ravecultuur is er niets transcendentaalser dan sterven als een daad van dienstbaarheid op een dansvloer," zegt hij.
Voor Óliver Laxe "moet een film de auteur overstijgen, hem voorbijstreven", en 'Sirat' is voor sommigen een teken van hoop en voor anderen van wanhoop, zoals blijkt uit de vele recensies van een werk dat nu al getipt wordt voor een Oscarnominatie.
"Ik had meer een gevoel van hoop. Van realisme, ja, maar ook van doorgaan op het pad. De realiteit is hard, maar we hebben vertrouwen dat het pad ons naar een veilige haven leidt. En we moeten naar binnen kijken," voegt hij eraan toe.
Confrontatie en meditatie over de dood zijn kenmerkend voor een groot deel van Laxe's discours en werk. Hij filmt niet op zo'n manier dat deze cinema 'begrepen, maar gevoeld' wordt. Bovendien zegt hij dat hij de meer moralistische benaderingen van deze sterfgevallen op het scherm niet begrijpt.
"Maar als je televisie kijkt, wat gebeurt er dan allemaal in de wereld tegenwoordig?", vraagt hij.
Met een grote interesse en identificatie met de ravecultuur merkt de Galiciër op dat het in dit geval "niet om het feest gaat, maar om de reis". Zelfs met "een giftige en escapistische kant, zoals Peter Pan, van niet volwassen willen worden", die volgens hem "in alle dimensies van de maatschappij" bestaat, beseft hij dat hij beter met de "wond" en de innerlijke oplossing kan omgaan.
"Ik ga ervan uit dat we allemaal gekwetst zijn. Je vrienden zijn gekwetst en weten het niet. [...] Wij Europeanen hebben een geïdealiseerd beeld van onszelf als evenwichtige mensen. In Portugal zijn we meer geaard, nederig, een samenleving waar het leven je nederig maakt," merkt hij op.
Het beeld van het vagevuur, van een 'afdaling ter helle' op weg naar het paradijs, zoals het woord 'sirat' symboliseert in het islamitische geloof, van een pad door de hel om de hemel te bereiken, is een andere sterke associatie met de film.
"Ik ben geïnteresseerd in dat wereldse type, zoals velen van ons, die het werk niet op tijd af hebben, en het leven, als je het niet doet, dwingt je om het werk door de crisis heen te doen. Dat is het mechanisme van het leven," reflecteert hij.
Tijdens het maken van de film las hij "veel verhalen van ouders die hun kinderen verloren."
"De overdracht van wijsheid, de mate van acceptatie en onthechting die ze ervaren door de dood van een kind, iets afschuwelijks, naamloos, is iets heel nobels en waardigs. Het is verschrikkelijk om een kind te verliezen, maar ik geloof dat het een goede manier is om ons voor te bereiden, om ons ervan bewust te zijn dat we altijd één stap verwijderd zijn van de afgrond, en dat we moeten mediteren over de dood," zegt hij.
Naast een meer filosofische en existentiële reflectie op cinema, wordt het creatieve proces vanaf het begin gekenmerkt door de 'verslaving aan het beeld'.
"Ik ben als een visser. Ze vertellen me dat er vissen zijn, en die vissen vormen een nieuwe beeldbank, en daar gaan we. Deze beelden leven, ze dringen je binnen, ze willen bestaan en je vangen. We zijn aan hen overgeleverd. [...] Ik ervaar echt het plezier van het maken van bepaalde beelden," legt hij uit.
In deze fascinaties zou een film in Porto hem bijvoorbeeld "betoveren" door de "architectuur en de opeenvolging van plaatsen", aldus de regisseur van 'Sirat', die donderdag in Portugal uitkomt en waarin het landschap een hoofdrol speelt.
Laxe, 43, heeft voor al zijn films prijzen gewonnen in Cannes: in 2010 met de FIPRESCI-prijs voor 'Todos vosotros sois capitanes', in 2016 tijdens de Week van de Critici met 'Mimosas' en vervolgens door de jury van de sectie Un certain regard met 'O que arde', tot aan 'Sirat', dat nu in de officiële sectie staat.
Lees ook: 'The Courtyard of Longing' van Leonel Vieira gaat op 14 augustus in première
noticias ao minuto