Waarom is Fargo nog steeds zo echt?

Als je Fargo nog niet hebt gezien, of als je hem wel hebt gezien maar niet begrijpt waarom hij zo geprezen wordt, bekijk hem dan eens vanuit dit perspectief. Er zijn films die de tand des tijds doorstaan en elke generatie iets nieuws vertellen. De film Fargo uit 1996 van de Coen Brothers is zo'n film .
Een meesterwerk dat bij elke kijkbeurt een andere tragedie, een onverwachte glimlach en een verontrustende vraag over de menselijke natuur fluistert. Op het eerste gezicht lijkt Fargo een misdaadverhaal dat zich afspeelt op het besneeuwde plateau van Minnesota, maar het gaat in werkelijkheid over de ijzige eenzaamheid van de middenklasse in Amerika, de duisternis in gewone mensen en hoe kleine berekeningen kunnen uitmonden in grote rampen.
JERRY DIE ZIJN MISDAAD NIET KON VEROORDELENDe opening van de film luidt: "Deze film is gebaseerd op ware gebeurtenissen die zich in 1987 in Minnesota hebben afgespeeld." Leugen! Dit is een complete verzinsel. De Coen Brothers spelen met dit trucje met de realiteitsbeleving van het publiek. Een goed vertelde leugen in de bioscoop kan immers schokkender zijn dan de waarheid. Centraal in de film staat een verhaal dat vertelt hoe de simpele hebzucht van gewone mensen kan uitmonden in een bloedige tragedie. Jerry Lundegaard (William H. Macy) is een gewone autoverkoper. Hij is van plan zijn vrouw te ontvoeren om geld af te persen van zijn schoonvader. Deze "kleine" misdaad leidt echter tot moorden, verraad en uiteindelijk zijn ondergang. De Coen Brothers gaan zo subtiel om met Jerry's hulpeloosheid en morele zwakte dat het publiek hem zowel zielig vindt als er woedend naar kijkt. Dit is precies waar Fargo's meesterschap ligt: het laat zien dat kwaad kan voortkomen uit gewone, zwakke en incompetente personages, niet uit charismatische schurken die grootse plannen smeden zoals Hannibal Lecter. Jerry verheerlijkt het kwaad niet zoals de Joker; hij is slechts een klein mannetje dat zijn hulpeloosheid probeert te rechtvaardigen. In tegenstelling tot het groteske en explosieve geweld van Frank Booth (Blue Velvet), is Jerry's kwaad onderdrukt, introvert. Hij is geen figuur die door zijn intelligentie in de onderwereld opklimt zoals Walter White; integendeel, hij is een obscuur personage dat zijn misdaden niet eens kan toegeven.
Centraal in de film staat de zwangere rechercheur Marge Gunderson (Frances McDormand). Marge Gunderson verschilt enorm van haar leeftijdsgenoten; juist daarom is ze onvergetelijk. Ze is verre van het typische Hollywood-cliché van de "stoere detective". In tegenstelling tot politiefiguren zoals Dirty Harry (Clint Eastwood), die gewelddadig proberen gerechtigheid te bewerkstelligen, is Marge zachtaardig, empathisch en nederig. Ze is intelligent, net als Clarice Starling (The Silence of the Lambs), maar Clarice heeft geen zin om de duisternis in te gaan; Marge bekijkt de duisternis van een afstandje, maar geeft zich er niet aan over. Haar naaste verwant is misschien Atticus Finch (To Kill a Mockingbird); vanwege zijn geloof in rechtvaardigheid en zijn respect voor mensen. Toch draagt Marge, in tegenstelling tot al deze personages, een wijsheid met zich mee die voortkomt uit het gewone. Ze is noch een held, noch een tragische figuur, maar juist daarom is ze onvergetelijk...
De zwarte humor van de Coen Brothers bereikt een hoogtepunt in Fargo. Het publiek lacht in de ene scène en huivert in de volgende. De scène waarin het lichaam in de vleesmolen wordt gegooid, is zowel grotesk als absurd grappig. Zinnen als "Oh yah?", uitgesproken met een Minnesota-accent, bezorgen het publiek zelfs te midden van de moordpartijen een glimlach. Deze toonovergangen zijn het leven zelf: een betekenisloze tragedie en een belachelijke komedie kunnen naast elkaar bestaan. De winterlandschappen van Minnesota zijn ook als personages op zich. Eindeloos wit, lege wegen, afgelegen huizen... De camera toont de personages meestal in lange shots; kleine, eenzame, hulpeloze figuren. De natuur lijkt onverschillig tegenover de tragedie van de mens.
Als je je afvraagt waarom er nog steeds over Fargo wordt gesproken, komt dat doordat thema's als hebzucht, moreel verval en de banaliteit van het kwaad universeel zijn. Maar de echte vraag zou moeten zijn: waarom zijn de Coen Brothers zo belangrijk voor de cinema? Joel en Ethan Coen behoren tot de meest originele stemmen in de hedendaagse cinema sinds ze in 1984 met Blood Simple hun intrede deden in de filmwereld. Hun jeugd in Minnesota bracht hen ertoe boeken te lezen en films te kijken tijdens de lange winters. Deze stilte voedde hun passie voor zowel literatuur als cinema. Joel studeerde filosofie aan de NYU Film School en Ethan aan Princeton, waardoor ze werken met intellectuele diepgang konden produceren. De literaire verwantschap van de Coen Brothers met schrijvers uit het Zuiden zoals Flannery O'Connor en William Faulkner komt direct tot uiting in hun films. Terwijl Ethan O'Connors groteske personages prijst, zegt Joel dat hun personages draaien om "wereldse obsessies". Hoewel ze religieuze motieven niet zo centraal stellen als O'Connor, zijn zijn zwarte humor en interesse in de tragedie van gewone mensen voelbaar in werken als Fargo en No Country for Old Men. Hun invloed in elke fase, van het script tot de montage en casting, maakt hen tot een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de moderne auteurscinema. Hoewel ze putten uit een literaire bron zoals Cormac McCarthy in No Country for Old Men, maken ze een absurde knipoog naar Homerus in O Brother, Where Art Thou?. Dergelijke culturele en literaire verwijzingen geven de Coen-films zowel een tijdloosheid als een gelaagde intelligentie.
ZWAKHEDEN EN TOEVALLENDe Coen-broers creëerden scènes die in het geheugen gegrift staan met hun beeldtaal, ritmische dialogen en karaktergedreven vertellingen. Ze vergaten nooit dat ze het publiek moesten 'vermaken'! De basis van de Coen-cinema is de tragikomische strijd van individuen met het systeem, het lot en hun eigen zwakheden. Ironie is de levensader van deze vertellingen: goedheid wordt niet altijd beloond; kwaad is vaak toeval. Terwijl Jerry's hebzucht, die begint met een simpel plan, laat zien hoe naïef en gevaarlijk het Amerikaanse individualisme kan zijn, worden het absurde ontvoeringsverhaal in Arizona Junior of de spionagekomedie die nergens heen gaat in Burn After Reading ook gevoed vanuit dezelfde bron. Wat is het? Het leven is vaak onlogisch en grappig. De Coen-broers bewegen zich vrijelijk tussen genres, van film noir tot screwballcomedy, van western tot musical. Deze flexibiliteit maakt hen bijzonder in de ogen van zowel ons, de critici als het publiek. Ethan zegt in een interview: "We zijn opgegroeid in Amerika en we vertellen Amerikaanse verhalen met Amerikaanse verwijzingen." De Coen-broers, die het in een interview "tragisch" vonden dat de terroristen die in 1993 het World Trade Center probeerden te bombarderen, de huurbon van de truck probeerden terug te krijgen, hebben deze absurditeit meesterlijk naar de bioscoop gebracht. De scène met de gehaktmolen in Fargo is daar een voorbeeld van: je lacht, en dan krimp je ineen.
BirGün