Waarom het oké is dat kunst meer koolstofdioxide uitstoot dan binnenlandse vliegreizen

De bijdrage van kunst en cultuur aan de CO₂-uitstoot in Frankrijk is twee keer zo hoog als die van binnenlands vliegverkeer, meldt de krant Le Monde. Dit is gebaseerd op onderzoek van het Franse Ministerie van Cultuur, dat maandag wordt gepubliceerd. Volgens het onderzoek zijn de beeldende kunst en podiumkunsten verantwoordelijk voor 1,3 procent van de CO₂-uitstoot. Alleen al de Opéra de Paris verbrandt bijna 43 ton koolstofdioxide -equivalent per jaar, hoewel de cijfers niet zijn uitgesplitst naar stembereik. Het festivalseizoen, dat net begint, wordt ook als bijzonder schadelijk voor het milieu beschouwd, aangezien een groot deel van het publiek met het vliegtuig en de auto komt.
Het is juist goed om de CO2-voetafdruk van culturele instellingen en evenementenorganisatoren te bekijken. Dit helpt ook bepalen waar de meeste CO2 wordt geproduceerd: in de uitvoering van de kunst zelf, in de decors, in de verwarming of koeling van de instellingen, in de kaartverkoop, in het woon-werkverkeer van sterren of in de reiskosten van het publiek. Pas dan kunnen we bepalen waar besparingen mogelijk zijn – en waar liever niet. Wanneer je balanceert op het koord tussen artistieke vrijheid en milieubescherming, kun je – zoals zo vaak gebeurt – aan beide kanten van de wagen vallen.
Ik heb een blijvende herinnering aan Katie Mitchells energieneutrale theatervoorstelling "Breathe", waarin de acteurs zelf voor de belichting moesten zorgen met behulp van fietsdynamo's. Dit werd in de context ook gerechtvaardigd, en de eco-personages waren het er al snel over eens dat we geen kinderen meer op de wereld moesten zetten. Niet omdat de wereld zo slecht was voor kinderen, maar juist andersom. Ze verlieten het theater met gemengde gevoelens en durfden nauwelijks nog uit te ademen. Dat is geen langetermijnoplossing, noch een oplossing waar we als individu naar streven.
Kunst en cultuur zijn onmisbaarVergeleken met binnenlandse vliegreizen en de vraag wat te missen, kunnen kunst en cultuur alleen maar winnen. In tegenstelling tot binnenlandse vluchten moeten we in de kunst onderscheid maken tussen kwalitatieve en kwantitatieve besparingen. CO₂-uitstoot is allereerst een teken van leven. Het zou het beste zijn om kunst en cultuur van steeds hogere kwaliteit te produceren. Des te beter als we daarbij zo min mogelijk CO₂ uitstoten. Maar dit onderscheid is niet geschikt voor binnenlandse vluchten; hier is het doel veel duidelijker en moet consequent worden nagestreefd: maak ze overbodig. Reduceer ze tot nul. Je doet niets meer. Zodra de trein is ontwikkeld tot een betrouwbaar en comfortabel alternatief, is er geen alternatief meer voor kunst en cultuur.
Berliner-zeitung